Fleurette: de moeizame opkomst

‘Hoe was jij op de middelbare school?’
Fleurette neemt een flinke slok van haar rosé en denkt na zonder dat er een denkrimpel in haar voorhoofd verschijnt. Die is een week eerder vakkundig weggewerkt door de befaamde dokter Verzwinden. Hoe moet ze deze vraag van de manager van Chateau St. Morloch beantwoorden? Kan ze zeggen dat ze elf keer is geschorst? Dat ze bijna iedere kleine pauze als een speer naar huis moest fietsen om de boze brieven van de schoolleiding voor haar ouders te onderscheppen? Nee, dat kan ze niet zeggen tegen de manager van Chateau St. Morloch. Het is belangrijk dat ze een goede indruk maakt op dit prominente lid van de Rotoreckt. Van deze avond hangt veel af, op deze borrel zal blijken of ze wordt voorgesteld als aspirant-lid. Vanaf dan is er nog maar een korte weg te gaan om officieel toe te treden tot het meest selecte en exquise gezelschap van Limburg.
‘Ik leerde goed en snel,’ antwoordt Fleurette dan ook.
‘En wat deed je in je vrije tijd, buiten schooltijd?’ vraagt de manager van Chateau St. Morloch.
‘Ik speelde piano of ik hockeyde. Ik hockey al vanaf mijn vierde, op vrij hoog niveau.’
De eerste en laatste keer dat Fleurette de middenstip op een hockeyveld van dichtbij heeft gezien, was tijdens haar ontmaagding door Jan Willem. Er gaat een rilling door haar heen. Dit is het niet het moment om daaraan terug te denken. Ze recht haar rug en kijkt even om zich heen. Ze vindt dat ze goed tussen deze mensen past. Haar outfit voor deze avond heeft ze dan ook zorgvuldig uitgezocht; de plissérok en het twinsetje zijn geen kledingstukken die zij regelmatig draagt. In het nieuwste nummer van “Millionaire & Famous” stond echter een foto van Jackie Kennedy die iets soortgelijks aanhad. Het plissérokje dat Jackie op de foto draagt, is wel een stuk langer dan het rokje dat Fleurette aanheeft, maar al met al is Fleurette zeer tevreden met haar ensemble.

Ze wil niet langer over haar middelbare schoolperiode praten en excuseert zich. Wanneer ze richting het damestoilet loopt, wordt ze aangesproken door een aantrekkelijke man in een lichtblauw corduroy pak. ‘Hallo, ik ben Bart. Het klinkt misschien als een cliché, maar hebben wij elkaar al eens eerder ontmoet?’
‘Nee, dan zou ik het nog wel herinneren. Ik ben goed in het onthouden van gezichten. Maar ik moet echt even mijn neus poederen. Dus als ik er even langs mag?’
‘Tuurlijk, tuurlijk,’ mompelt Bart. Maar Fleurette hoort hem al niet meer, want ze beent snel naar het toilet. Ze vergeet inderdaad nooit gezichten, en ze weet hem nog wel te herinneren. Het was na een gala, ze had teveel gedronken en was met hem naar bed gegaan. Hij zou bellen, maar dat heeft hij nooit gedaan. Ze bellen bijna nooit terug. Fleurette is het gewend. Toen ze net in Utrecht ging studeren en met iets teveel jongens naar bed ging, kreeg ze al snel een naam die een bepaald soort jongens aantrok. Ze was dan ook blij dat ze na haar afstuderen een baan vond in Maastricht, tweehonderd kilometer bij haar oude studiestad vandaan. Een nieuwe stad, nieuwe kansen. En als je met een schone lei in een nieuwe stad wilt beginnen, kan een kleine naamsverandering geen kwaad. Ze heeft de naam van haar moeder aangenomen, ze wil niet meer herinnerd worden aan een naam waar allerlei verbasteringen aan kleven.

Vanavond doet zo’n nieuwe kans zich voor, ze wordt door haar nieuwe buurvrouw Marieke voorgesteld bij de Rotoreckt. Dat voorstellen is belangrijk binnen de afgesloten wereld van de Rotoreckt, alleen als je wordt voorgedragen, kun je lid worden.
‘Loop even met me mee, dan gaan we met de voorzitter praten,’ zegt Marieke terwijl ze Fleurette bij de arm grijpt. Fleurette loopt achter Marieke aan als ze opeens een tik op haar kont voelt. Een moment weet ze niet of ze zich verontwaardigd moet omdraaien of moet lachen. Ze draait zich om en besluit te glimlachen. De persoon achter het tikje is een lilliputter. Hij zit op een barkruk en draagt een hip brilletje en een baret.
‘Sorry, ik wilde je gewoon even aantikken, maar door het hoogteverschil raakte ik per ongeluk je kont,’ zegt de lilliputter verontschuldigend.
‘Ach, dat maakt niet uit hoor.’ Fleurette besluit hem aardig te bejegenen, je weet van tevoren nooit wat voor nut mensen kunnen hebben.‘Ik ben nou Richard.’
‘Hoi Richard, ik ben nou Fleurette,’ en ze schenkt hem haar grootste glimlach. ‘Maar vertel Richard, ben je lid van de Rotoreckt?’
‘Nee, godzijdank niet. Stelletje omhooggevallen rechtse loosers. Nee, ik ben met een vriend van me. Ik ben hier om een beetje inspiratie op te doen voor een nieuwe rol. Ik ben namelijk acteur.’
Aha, denkt Fleurette, bij hem hoef ik niet te slijmen. Fleurette heeft niets met het kleinschalige Nederlandse showbizzwereldje. Als ze met proleten wil praten, gaat ze wel langs haar familie is haar redenering. Nee, deze conversatie is zonde van haar tijd. En ze kijkt naar Marieke die zo te zien een geanimeerd gesprek voert met de voorzitter.
‘Interessant, ja. Zeker. Maar ik zie daar een oude bekende. Daar moet ik écht even mee praten. Excuseer,’ kapt Fleurette het gesprek met Richard af en ze maakt aanstalten om weg te lopen.
‘Wacht heel even,’ zegt Richard. Fleurette kijkt naar Marieke en de voorzitter en ziet dat Bart er bij is komen staan. Ze loopt weg, maar Richard grijpt haar pols stevig beet en praat snel verder.
‘Vanaf het moment dat je binnenkwam, wist ik het. Ik voel een real connection tussen ons. Wat zou jij ervan zeggen om een keertje een lekker hapje bij mij te komen eten? Ik kan goed koken.’
Hij heeft wel lef, denkt Fleurette. Dat hij haar, 185 cm schoon aan de haak, probeert binnen te halen.
‘Dus, mag ik je nummer? Dan gaan we een keertje uit,’ vervolgt Richard. Fleurette slaat hem vriendschappelijk op zijn schouder. Maar net iets te hard. Richard zwalkt gevaarlijk en probeert een tafel vast te grijpen. Tevergeefs, hij tuimelt naar voren en valt van zijn barkruk. Hij blijft levenloos op de plavuizen liggen.

Fleurette hoopt dat ze hem niet vermoord heeft, dat zou haar lidmaatschap van de Rotoreckt aanzienlijk bemoeilijken. Ze gaat snel op haar knieën zitten en probeert haar EHBO cursus van vijftien jaar geleden voor de geest te halen. Wat moet ze doen?
‘Bel 112!’ schreeuwt iemand vanuit de zaal. Fleurette beseft dat dit het moment is waarop ze zich kan bewijzen. Zij is degene die initiatief moet tonen, wil ze een goede indruk maken. Ze buigt naar voren om Richard mond-op- mond-beademing te geven. Ze merkt echter niet dat haar plissérokje vervaarlijk omhoog kruipt bij deze verandering van lichaamshouding. Voor ze haar mond op die van hem duwt, schrikt Richard wakker.

‘Jaaa! Nu zie ik het!’ klinkt het opeens vanuit de stilgevallen zaal.
‘Floor “ Matras”  Maassen! Ja, jij bent het echt!’ schreeuwt Bart terwijl hij glunderend wijst naar de derrière van Fleurette, die op dat moment nog slechts bedekt wordt door het kleine reepje stof van haar string. Ze draait zich met een ruk om en ziet Bart iets zeggen tegen de voorzitter, waarop beiden in lachen uitbarsten. Fleurette realiseert zich dat haar kansen zijn verkeken en loopt met kaarsrechte houding en al haar overgebleven waardigheid naar de uitgang. Ze kan altijd nog lid worden van de Lions.