Bambi

Het hertje ligt roerloos op de rails. Judith zakt door haar hurken en legt haar hand ter hoogte van het hart. Een zwak gebonk is voelbaar. Of toch niet, het is misschien het bonken van haar eigen hart. Ze voelt nog een keer. Helemaal niets. Het hertje is dood. Wat een dood om te sterven. Ze kijkt naar boven, naar het gesteente. Ook al is het maar een meter of drie hoog, voor het hertje moet de afrond onmetelijk groot zijn geweest. En dan zo ongelukkig gevallen met het nekje op de rails. De Ardennen kunnen moordend zijn. Maar ja, ze kan nu toch niets meer doen.
‘Hee, ons avondeten!’ Ze wordt zonder pardon opzij geschoven. Bas raapt het hertje op en legt het triomfantelijk om zijn nek. ‘Hee, kappen nou, ik heb het gevonden. Het is mijn hert.’ Judith stompt haar elleboog in de maag van haar jongere broertje, met het gewenste effect. Hij zakt in elkaar en zijn greep om de hertenpootjes verslapt. Met een soepele handbeweging grijpt Judith onder het zachte buikje en neemt het hertje van hem over. Ze loopt snel naar het kamp. Haar ouders en oudste broer Nico zijn bezig met het schillen van aardappelen en wortels. ‘Kijk, ik heb een hertje gevonden.’ Behoedzaam neemt haar vader een dode beest van haar over en probeert een hartslag te voelen.

‘Ik vond hem onderaan een afgrond, met zijn nek op de rails. Volgens mij is hij gestorven omdat hij van de afgrond is gevallen en vervolgens zijn nek heeft gebroken. En hij is nog warm, dus het is maar net gebeurd. Hij is dus niet gestorven aan een ziekte of een bacterie ofzo. We kunnen het vlees gewoon eten,’ zegt Judith triomfantelijk. Na het hertje uitvoerig te hebben bestudeerd, knikt haar vader instemmend. ‘Juud, pak jij mijn spullen even?’ Hij hoeft het niet verder uit te leggen, Judith weet precies wat hij bedoelt en haast zich naar de tent van haar ouders. Wanneer zij de kakikleurige tas aan haar vader overhandigt, zegt hij ‘Nee, doe jij het maar.’
‘Echt pap?’
‘Ja. Echt.’ Haar wangen kleuren rood van opwinding terwijl zij de tas uitrolt. Vorige week een kip en nu een hert! Ondertussen hebben haar broers zich verzameld om het hertje.
‘Hoe weten we dat dat beest echt niet ziek was? Misschien was hij ziek en voelde hij zich duizelig en is hij daardoor van de afgrond gevallen,’ zegt Nico.
‘Of hij wist dat hij ziek was en besloot toen zijn leven in eigen handen te nemen en heeft zichzelf van de afgrond geworpen,’ zegt Bas terwijl hij het uitschatert.
‘Ja, suicidal bambi, hahaha,’ lacht Nico. Ze laten het hertje voor wat het is, en slenteren weg. ‘Wat zullen we met het vel doen?’ vraagt vader.  ‘Ik zou er graag een trommel van willen maken,’ antwoordt Judith. ‘Ja trommels, dat is een goed idee,’ beaamt haar vader.

Judith pakt het grote mes. Ze vond Bambi altijd al een rotfilm.