Fleurette: der Untergang

‘Ik kijk ernaar uit om je familie eindelijk te ontmoeten,’ zegt Fleurette terwijl ze de omgeving in zich opneemt. Job en Fleurette staan pal naast de A44, voor de ingang van een hotel annex restaurant. Op de muur prijkt de afbeelding van een gigantische valk. Dit is niet wat Fleurette had verwacht. Terwijl zij naast Job de trap oploopt, worden zij gepasseerd door een meute rennende kinderen. Bij de garderobe staat een groepje gezette vrouwen met elkaar te keuvelen. Tussen de zwarte broekpakken van synthetisch materiaal voelt Fleurette zich lichtelijk overdressed in haar lange donkerpaarse Gucci jurk.
‘Ik wist niet dat er dit soort plekken bestaan in Wassenaar,’ merkt Fleurette op. ‘Oh, deze plek bestaat al eeuwen, we gaan hier ieder jaar naartoe, al voor mijn vader zijn geld maar bleef vermenigvuldigen,’ zegt Job. Bij de ingang van de eetzaal treft Fleurette een  schouwspel dat al haar verwachtingen van de avond overtreft. Een gigantische ruimte vol mensen die bulderen van het lachen. De penetrante geur van goedkope aftershave zou onder normale omstandigheden haar eten omhoog doen brengen, ware het niet dat zij al vier dagen op twee appels per dag leeft. Het is het waard, haar nauwsluitende jurk zit als gegoten. Even voelt zij zich licht in haar hoofd worden, en ze weet niet of dit te wijten is aan het gebrek aan calorieën of aan de walm van frituurvet.
‘Job, liefje, dit is anders dan ik me had voorgesteld van een kerstdiner in Wassenaar.’ Job schenkt haar een bemoedigende lach en grijpt haar hand. Hij loodst haar tussen de dicht op elkaar staande tafeltjes. Dit is dus waar nieuw geld kerstmis viert. Een vrouw gekleed in een blauwe tent staat op en omhelst Job. ‘Oh, en jij bent Fleurette. Wat leuk je te ontmoeten! En meisje, wat zie je er prachtig uit, werkelijk oogverblindend. Noem me maar moeder hoor, dan heb ik eindelijk toch nog een dochter, haha,’ En ook Fleurette krijgt een omhelzing. Niet wetend wat zij met haar handen moet doen, hangen haar armen stijf langs haar lichaam.  Van Jobs vader, meneer Verwilg, krijgt zij een ferme handdoek en een grote glimlach. Ze neemt plaats aan de grote ronde tafel, en is zo verbouwereerd dat zij alle namen van Jobs familieleden vergeet. Behalve die van tante Trees die rechts naast haar zit. De ogen van een oom van Job blijven verdacht vaak op Fleurettes decolleté rusten en zij weet dat niet de glanzende Otazu ketting zijn aandacht zo vasthoudt.

Steeds meer mensen staan op en lopen weg. Als een goed geoliede machine waarvan alle onderdelen op elkaar zijn ingespeeld, staan ook Fleurettes tafelgenoten tegelijkertijd op. Zij wordt opgeslokt door de machine en tezamen sluiten zij aan achter in een rij. Tante Trees pakt een bord van de stapel. Fleurette volgt onwennig haar voorbeeld. Het eten staat in schalen. Fleurettes hersenen maken overuren: Is het de bedoeling dat wij zelf opscheppen? Dit is toch een restaurant, waar zijn de obers anders voor ingehuurd? Mijn god. Is dat een  bak met eiersalade? Daarnaast liggen opgerolde salami rolletjes. Tante Trees pakt een lepel en smijt een dot huzarensalade op Fleurettes bord.

Wanneer de tweeman-gelegenheidsband “Heb je even voor mij” inzet, gaat de menigte uit zijn dak. Oma grijpt een ober bij zijn middel hetgeen als het startschot  van een heuse polonaise wordt gezien. ‘Ik moet naar het toilet,’ murmelt Fleurette. Terwijl zij over de dansvloer manoeuvreert, mist haar rechter-stilettohak rakelings de hand van een meisje dat de overslag probeert te doen. De ballonnenbeer van het meisje heeft echter minder geluk en is het slachtoffer van Fleurettes linkervoet. Een harde klap vult de ruimte. Fleurette schrikt op, maar omdat zij geen idee heeft wat er aan de hand is, loopt ze snel verder, weg van de hossende massa. Het meisje blijft huilend achter terwijl zij het restje plastic dat over is van haar ballonnenbeer omhelst. ‘Je kan dit Fleurette. Je kan dit. Denk eraan, je houdt van Job. En al is zijn familie anders dan je had verwacht, je wilt met hem verder en niet met zijn familie. Het is maar één avond. Alleen nog het dessert en daarna kun je weg. Wees beleefd en aardig,’ spreekt Fleurette zichzelf vermanend toe voor de spiegel. Ze loopt ietwat wankelend terug naar de eettafel.

Terwijl Fleurette een hap van haar bavarois neemt, krijgt zij een onverwachte klap op haar rug van een spelend jongetje. Ze schiet naar voren, maar haar lepel blijft stationair. Als de lepel naar haar huig schiet, wordt een Pavlov reactie veroorzaakt. Normaal gesproken is het een vinger, maar voor de huig maakt het niets uit. Alle etenswaren borrelen op en Fleurette kan de sterke reactie niet onderdrukken. Ze draait haar hoofd weg, maar had nog niet gezien dat tante Trees op de lege plek naast haar is gaan zitten. Het is te laat, Fleurettes maaginhoud komt zonder pardon op de boa van tante Trees terecht. Met het reactievermogen van tante Trees is niets mis en sneller dan verwacht gooit zij haar boa weg, op de stapel ballonnen. Het maagzuur, het synthetische materiaal van de boa van tante Trees, de ballonnen en de lucht die stijf staat van het frituurvet veroorzaken een zeldzame chemische reactie. Deze reactie zal wetenschappers inspireren tot het creëren van de ‘Valkbom’ die twee jaar na het bewuste kerstdiner het leven van minimaal achtduizend mensen zal eisen. Maar ook op de avond van het kerstdiner zelf, is de chemische reactie niet zonder gevolgen. Fleurette en de gehele familie Verwilg kunnen de avond niet meer navertellen. In 2008 vond het laatste kersdiner plaats.